Het is alweer een jaar geleden dat Rachel, ik, mijn moeder en mijn tante naar Alkmaar toe reden om mijn oom in het ziekenhuis op te gaan zoeken. Hij was van Hoorn naar Alkmaar over geplaatst omdat ze daar meer verstand hadden op het gebied van hersentumoren. Ik kan me nog herinneren dat het een mooie zaterdag middag was, met een glas heldere hemel, en geen zuchtje wind. Eenmaal in Alkmaar aangekomen was ik weer eens verbaast over de grote van het ziekenhuis. Ik was er namelijk wel eens eerder geweest, toen we Rachel haar oma gingen bezoeken. We moesten deze keer weer een aardig stukje lopen voordat we bij mijn oom zijn kamer waren. Het was een grote kamer, maar echt een leuk uitzicht of zo, had je niet. Als je in het ziekenhuis van Hoorn ligt, kan je (in sommige gevallen) de gehele stad overzien, maar dat was niet het geval bij de kamer waar mijn oom in lag. Mocht mijn oom zo ie zo geïnteresseerd geweest zijn om naar buiten te kijken, dan zag hij alleen maar de straat waaraan het ziekenhuis gelegen lag. Verder dus helemaal niets. Omdat hij die dag ervoor jarig was geweest, haalden we (op zijn aandringen) gebak bij het winkeltje. Dat was dus weer een hele wandel, maar dat maakte mij niet zo veel uit. Ondanks dat de vooruit zichten voor mijn oom er dus beroert uitzagen, ging ik in dit stadium er nog steeds van uit dat hij het zou halen. En dat we dit jaar gewoon weer bij hem op verjaardag zouden gaan. Ondertussen weet ik wel beter. Maar die middag van de hoop is mij toch altijd bij gebleven. En nu, een jaar later, weet ik dat het een vals gevoel is geweest. Maar volgens mij ook wel weer puur menselijk.
Het onderwerp gevoel (in het algemeen), bleef een belangrijke rol spelen in de tijd na zijn overlijden. En werd nog eens extra aangewakkerd toen Ramon zijn moeder ook nog eens kwam te overlijden. Periodes van optimisme (dat je iets van je leven moet maken), werden afgewisseld met pure machteloosheid. Ik kan me nog herinneren dat ik een paar weken na de begrafenis naar een klant toe moest. Ik had een geniale oplossing voor zijn probleem verzonnen, en was best trots op me zelf. De klant was er ook dik tevreden mee. Meestal, als ik dan weer terug ga naar de zaak, heb ik dan een voldaan gevoel. Zo van :Yes…goed gedaan. Maar dit keer sloeg dat gevoel in een keer om. Hoe het kwam weet ik niet, maar ik bedacht me ineens dat als die man morgen onder een auto terecht zou komen, er geen haan meer naar die oplossing zou kraaien. Een puur gevoel van nutteloosheid werd dus ineens van mijn meester. De energie die vrijkwam bij al die positieve en negatieve emotie uitspattingen, zette ik in de begin maanden, om in discussie vorm op het internet. Meestal zocht ik de meest fundamentalistische gelovigen op om met hen de spreekwoordelijke degens te kruizen. Van te voren al wetend dat het toch op een wellis nietes situatie zal uitlopen. Maar op die manier had ik het gevoel dat ik in ieder geval wat met die energie gedaan had.
Ik wil even afsluiten met het volgende: Een paar jaar geleden zag ik op Discovery Channel een documentaire over de stad Constantinopel. Deze stad was namelijk destijds omsingeld door een enorm Turks leger die de stad wilde aanvallen. Ondanks dat het er beroert uitzag voor de verdedigers van de stad, bleven ze ervan uit gaan dat de stad nooit zou vallen. Hun symbool (de volle maan) scheen die avond over de stad, en zodoende kon er niets gebeuren. Dachten ze, want wat ze niet konden weten was dat er die avond net een maansverduistering was. Toen het licht van de volle maan langzaam aan verdween, verdween ook de hoop van de verdedigers, en uiteinderlijk werd de stad veroverd. Op die 3de maart van 2007 hebben Rachel, Ramon en ik een maansverduistering bekeken. Niet wetend dat bij het verdwijnen van het maanlicht, ook de laatste dag van de hoop langzaam aan voorbij ging.
Mazzel
3 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
jeroen,
wat heb je weer een goed stukje geschreven.je kan alles zo mooi verwoorden.lief dat jullie aan papa hebben gedacht.bedankt!!
liefs sandy
Een reactie posten