29 oktober 2011

Ik feud.. jij feudt... wij feudten...

Triiiiiiinngggggg….. De telefoon op de helpdesk automatisering gaat die dag voor de tigste keer. Ik roep naar mijn collega Jeroen en vraag of hij al klaar was met inbellen bij zijn klant. Hij moet me helaas teleur stellen, want hij is namelijk nog steeds erg druk bezig. Zelf ben ik overigens ook bij een klant op zijn pc ingebelt. Mijn klant had de pech dat precies op het moment dat hij zijn pakbonnen van de hele maand aan het factureren was, de stroom uitviel. Gevolg… complete database in de war, en Jeroentje moest toen wel even gebeld worden om dat weer te herstellen.

Tot overmaat van ramp gaat ineens ook mijn mobiel af. Ik zie op het scherm dat het collega Frank is. Hem had ik al een paar keer gesproken, en weet daarom dat hij met een installatie in Breda bezig is. Frank moet toch even wachten (net als de klant waar ik al ingebelt ben) en ik neem de telefoon op. Gelukkig heeft de klant geen ingewikkelde vraag. Tijdens dat ik zijn gegevens in ons openstaande punten programma aan het invullen ben, rond ik het telefoon gesprek al af. De drukte cijfers (JER. X. in het openstaande punten programma), liegen er overigens niet om. We lopen nu al zes weken voor op het jaar record schema van 2009. Dit houd in dat we straks ergens halverwege november 2011 al een nieuw jaar record gaan behalen.

Ik leg de telefoon weer neer en pak mijn mobiel erbij. Ik bel Frank op en zet de mobiel op handsfree zodat ik twee handen vrij heb om ook verder te kunnen werken aan het database probleem. Nadat ik Frank zijn vraag heb beantwoord hoor ik ineens mijn collega Jeroen zeggen : ”Shit….Ze heeft GEMAAKT ingevuld.” … “Dat kan gewoon niet.”, antwoord ik. “Hoe kan zij nu altijd van die mooie letters hebben?”. Ik zet de pc van de klant aan het werk en laat “hem” nieuwe indexen uitrekenen, daarna ren ik naar collega Jeroen zijn bureau. Naast zijn laptop ligt zijn Iphone waarop het razend populaire spelletje WoordFeud draait. Dit spel is zo populair dat het zelfs in de Wereld draait door werd besproken. Ik heb begrepen dat in sommige kroegen het verboden is om dit spel te spelen, want dan bestellen de klanten namelijk niets te drinken, en blijft het zo stil.

De grootste uitdaging van die dag was niet het herstellen van de database, of het helpen met de installatie in Breda. Nee. De echte uitdaging was het spelen van WoordFeud (online scrabble) tegen collega Jeroen zijn vrouw. Zij is namelijk onverslaanbaar met dit spel. Iedereen probeert het, en iedereen druipt met zijn staart tussen zijn benen weer af.

“We kunnen er NU van maken”, antwoord ik mijn collega. Er zit inderdaad niets anders op, en Jeroen vult dit op zijn Iphone in. De Jeroenen kunnen veel, maar er ZIJN GRENZEN….Databases repareren, AGF schermen programmeren, en warme broodjes programma’s ontwikkelen. Dit alles levert totaal geen probleem op. Maar winnen met Woordfeud van Jeroen zijn vrouw… dat is een brug te ver ben ik bang.

Mazzel

18 oktober 2011

De slavernij

Ik heb in mijn weblogs wel eens meer door laten schemeren dat ik de kwaliteit van geschiedenis les op school wat aan de lage kant vind. En dat geldt zeker als we het over het onderwerp slavernij hebben. Ik kan me eerlijk gezegd niet herinneren dat hier op school aandacht besteed is. Misschien wel in het algemeen, maar niet specifiek over de rol van Nederland daarin. De NTR had waarschijnlijk het zelfde idee hierover als ik, zodat ze een vijf delige serie hierover gemaakt hebben.

De slavernij is niet een Nederlandse uitvinding of zo. Ver voordat “wij” ons daarmee gingen bemoeien, was het hoofdzakelijk een Spaanse en Portugese “hobby”. Nederland is er meer ingerold toen ze bij gewonnen veldslagen ineens met mankracht problemen kwamen te zitten. Vooral op de Portugezen gewonnen gebieden in Brazilië kwamen veel plantages in Nederlandse handen terecht die natuurlijk toch bemant moesten worden. Bovendien zat destijds de handelsgeest ook al in de Nederlanders, en met slaven handel viel veel geld te verdienen. Je moet niet denken dat die Nederlanders zelf op jacht gingen naar slaven in Afrika. Nee, wij bouwde(of veroverde) gewoon een kasteel of fort bij de kust en lieten die slaven door andere Afrikanen aanvoeren. Veelal werden de slaven betaald met vuurwapens, want die Afrikaanse stammen hadden vaak oorlog met elkaar.

Ondanks dat wij ons vandaag de dag niet kunnen voorstellen dat we gewoon meededen met de slavenhandel, is deze pas in 1863 afgeschaft. Maar je moet nu niet denken dat er vandaag de dag geen slavernij meer in Nederland voorkomt. En dan niet alleen op de wallen in Amsterdam of zo. Nee, ook bijvoorbeeld in de land en tuinbouw worden veel oost Europeanen uitgebuit met hongerloontjes zodat ze niet weg kunnen. Ook hier stond het NTR programma even bij stil, en ook daar werd je niet vrolijk van.

Maar hoe onze voorouders ruim 600.000 slaven uit Afrika hebben kunnen halen, blijft als 21ste eeuwer een groot raadsel. Die vraag wordt in de serie ook vaak gesteld trouwens (en terecht). Toch moet je die mensen niet altijd als beulen bekijken. Er waren heus schurken tussen hoor. Dat heb je altijd wel (ook vandaag de dag). Maar je moet het wel in de tijdsgeest van toen bekijken. Slavernij was destijds de gewoonste zaak van de wereld. In een aflevering werd het verhaal verteld over een zwarte slaaf die aan een rijke Nederlandse zakenman cadeau werd gegeven. De jongen was overigens geen slaaf meer toen hij in Nederland aankwam. Dit omdat in de Nederlandse wet stond dat Christenen niet als slaaf mochten dienen. Een aangezien de jongen een Christen was geworden, was hij eigenlijk een vrij man. Hij ging Theologie studeren aan de universiteit en hield in een overvolle kerk een pleidooi VOOR de slavernij. Dit is dus eigenlijk niet te bevatten, maar geeft wel aan dat je de huidige opvattingen over slavernij niet kunt vergelijken met toen.

Hoe dan ook, ik kan iedereen aanraden om het programma over de slavernij een keer te gaan bekijken. Het is een zeer leerzaam en verteld een verhaal waar we in Nederland eigenlijk niet al te trots zijn.

Mazzel

6 oktober 2011

The Shant is no more....

Tja... Vele mensen beweren dat het verlies van een huisdier net zo hard kan aankomen als het verlies van een dierbare of een familie lid. Ik kan je in dit blog mededelen dat deze woorden absoluut waar zijn. En dan heb ik het niet eens over mijn eigen huisdier (want die heb ik niet), maar over de hond van mijn ouders. Het verdriet is er niet minder om kan ik je vertellen.

Afgelopen zaterdag kreeg ik een telefoontje van mijn moeder dat het niet goed ging met onze Shanty. Ik wist overigens dat dit telefoontje elk moment kon komen hoor. Sinds een paar weken wisten we dat het beesie een maag tumor had en dat ze niet zo lang meer te leven had. Ondanks dat ik wist dat het telefoontje dus elk moment kon komen, kwam dit nieuws erg hard aan. Rachel en ik zijn meteen naar mijn ouders gereden om de situatie te bekijken. Naast dat het hondje bijna niet meer at (en dus brand mager was geworden), kon zij vanaf zaterdag ochtend ook niet meer lopen. Verward keek mijn grote vriend mij aan en die blik zal ik me hele leven nooit meer vergeten. De dierenarts was al gebeld en zodoende gingen we al snel richting de praktijk toe met inderdaad maar een doel. Het hondje in te laten slapen. In eerdere gesprekken met de dierenarts was al naar voren gekomen dat opereren hoogs waarschijnlijk fataal voor het hondje zal worden. Dit omdat ze ook nog eens hart klachten bleek te hebben en problemen met haar lever had.

De rit daarheen werd de zwaarste uit mijn hele leven. Ik heb letterlijk overwogen om gewoon naar huis te rijden en de dierenarts voor niets te laten wachten. Maar ik besefte ook dat ik de hond daar geen plezier mee zou doen. Mijn grote vriend had het absoluut niet verdient dat ie zou lijden, maar dat was op dat moment wel het geval. De rest van die middag hoef ik waarschijnlijk niet uit te leggen, maar dat het vreselijk was kan je je als lezer misschien wel voorstellen.

En nu zitten we zonder de shant. Ik probeer zo veel mogelijk afleiding de vinden om maar niet aan die vreselijke zaterdag namiddag te moeten denken. Maar het zal wel een flinke tijd in beslag nemen voordat ik het verlies van mijn grote vriend een plaatsje heb kunnen geven.

Mazzel